Ongelijkmatig en scheef brandende joints. Het frustreert ons allemaal wel eens. Zo veel moeite in het draaien gestoken en dan verpest de verbranding het. Nooit meer. Hoe? We hebben een aantal DO’s and DON’Ts voor je op een rijtje gezet.
[DO] Neem de tijd. Sigarenrokers geven hierin het goede voorbeeld. Geleidelijk en delicaat steken zij hun Cubaanse vriend in de fik. Daar kunnen wij nog wat van leren. Stop dus met ongeïnteresseerd en gehaast aansteken, dat voorkomt een hoop frustraties.
[DO] Draai het uiteinde van de vloei dicht, zodat er een puntje bovenop jouw joint zit. Op deze manier wordt het deel dat je aansteekt wat dikker, waardoor het langzamer brandt. Hierdoor kun je ‘m wat gelijkmatiger aansteken. Tevens voorkom je op deze manier dat de boel in lichterlaaie vliegt, en je overbodig veel wiet/hasj verbrandt.
[DO] Houd de joint vast (dus niet in je mond doen). Zo zie je wat er gebeurt en kan je de joint langzaam roteren. Hierdoor krijg je een evenwichtige vuurkegel en komt er niet te veel hitte op één plek waardoor je de kans op een inbrander verkleint. De joint hoeft overigens niet ín de vlam. Probeer ‘m een aantal centimeter van de vlam te houden.
[DON’T] In het verlengde van DO #3. Inhaleer niet tijdens het aansteken. Een trekje nemen tijdens het aansteken zorgt ervoor dat de joint ongecontroleerd snel gaat branden. En wat levert dat op? Juist, inbranders.
[DON’T] Het is überhaupt onverstandig om te snel te inhaleren na het aansteken. Dus niet tijdens het aansteken, maar ook niet vlak erna. De vuurkegel heeft echt even de tijd nodig om rustig en gelijkmatig te gaan branden. Nogmaals, kijk naar sigarenrokers. Zij hebben de techniek perfect onder de knie.