Ooit afgevraagd hoe een coffeeshop aan zijn wiet komt? Vanaf nu geen slapeloze nachten meer, want in deze blog lichten we het toe. Laten we beginnen bij de telers. Thuiskwekers zijn de mensen thuis die graag een extra zakcentje willen verdienen. Niet zonder risico, want cannabis telen is verboden. Heb je vijf planten of minder thuis staan en je wordt betrapt, dan moet je deze inleveren. Heb je meer, dan word je strafrechtelijk vervolgd.
Natuurlijk komt niet alle wiet van thuiskwekers. Best vaak hoor je nieuws over een grote wietplantage die wordt opgerold. Zo hoor je de gekste dingen: in een maïsveld, in een ondergrondse bunker, of juist in een achterkamertje van een winkel midden in de binnenstad. Deze grotere groepen pakken het wat professioneler aan. Ze huren vaak eerst een elektriciën in die geen nee zegt tegen een leuke bijverdienste. Hij zorgt ervoor dat het niet meetbaar is hoeveel stroom ze verbruiken. In tegenstelling tot stroom, is de wietlucht moeilijker te verbergen. Hierdoor worden de meesten dan ook gepakt, hoewel ventilatie-installaties soms een oplossing bieden. Ook het ontbreken van sneeuw op je dak in de winter kan tot problemen leiden. Geschat wordt dat ongeveer 10% van alle wietplantages wordt opgerold elk jaar.
Nu de cannabis gekweekt is en de toppen geplukt, is het tijd om alles bij de coffeeshops te krijgen. Dit gebeurt natuurlijk stiekem, want het is illegaal. Het gebeurt ook vaak. Gemiddeld moet de voorraad zo’n drie à vier keer per dag worden bijgevuld. Dit is omdat een coffeeshop maar 500 gram wiet mag bezitten. Zodra de wiet is vervoerd en afgerekend, is de wiet volledig gedoogd en in bezit van de coffeeshop. Zo wordt elk jaar ongeveer 250.000 kilo verhandeld. Vervolgens wordt deze wiet ook volgens een gedoogbeleid (tot 5 gram) verkocht aan de consumenten in de coffeeshop. Zonder BTW overigens, dat mag namelijk niet van Europa. Toch wordt via inkomstenbelasting bijna 400 miljoen euro afgestaan aan de schatkist van de overheid. Er zijn dan ook ongeveer 4600 mensen werkzaam in deze bijzondere branche.
De wiethandel wordt dus gedoogd. Het inkopen van wiet mag niet, maar wordt ook niet echt streng gecontroleerd. Alleen de telers lijken écht gevaar te lopen voor justitie. Via de achterdeur blijven de softdrugs aangeleverd worden. De hamvraag: waarom doet de overheid niks aan deze bizarre situatie? Waarom wordt het niet óf helemaal legaal gemaakt óf helemaal verboden? Als je het legaliseert, kun je deze branche veel beter controleren en als je er dan accijnzen op heft, heb je weer meer inkomsten als staat. Ook heb je minder controles van politie nodig, wat een hoop kosten bespaart. Dat ze in Den Haag niet weten wat ze ermee willen, zie je wel aan de vele discussies over legaliseren of tussentijdse oplossingen als de wietpas. Want wat is nou het grootste probleem van het roken van een paar jointjes? Natuurlijk zijn wij niet helemaal objectief in deze kwestie, maar je snapt vast wat wij bedoelen. Hoe denk jij hierover?